Interview | Cees Dekker en Corien Oranje over hun omstreden kinderboek
Dit artikel verscheen in Trouw op 23 november 2015.
Wetenschapper Cees Dekker en schrijfster Corien Oranje leggen kinderen uit hoe je in God én de evolutie kunt geloven. Tot woede van creationisten.
God schiep met oerknal en evolutie
Het heelal is ontstaan door de oerknal, de aap is een verre neef van de mens en al het leven op aarde is geëvolueerd uit een eencellig organisme. Het zijn zaken die de gevestigde wetenschap al jaren geleden als feiten heeft bestempeld en waar – volgens diezelfde wetenschap – geen verstandig mens aan kan twijfelen. Toch is er nog steeds een grote groep mensen die dat wel doet. Het debat daarover laait eens in de zoveel tijd weer op, in alle hevigheid.
Zoals in de afgelopen maanden. Aanleiding: een kinderboek. De Delftse hoogleraar nanobiologie Cees Dekker en kinderboekenschrijfster Corien Oranje brachten ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’ uit, een kinderboek waarin een poging wordt gedaan wetenschap en geloof dichter bij elkaar te brengen. Daarbij stellen Dekker en Oranje, beiden christen, dat geloof in God én in de evolutietheorie uitstekend samengaan.
Op de eerste pagina’s van het boek prijken warme aanbevelingen van onder anderen tv-bioloog Freek Vonk en RTL4-weerman Reinier van den Berg. Wetenschapsjournalisten schreven positieve recensies en ook veel christelijke wetenschappers en theologen reageerden enthousiast op het boek. Maar dat gold niet voor alle christenen.
“De bom barstte ja, dat was even een onverwachte wending”, verzucht schrijfster Corien Oranje. Vanuit haar woonplaats Haren praat ze via Skype mee op een scherm aan de muur van Cees Dekkers werkkamer op de universiteit. “Ik had je toch gewaarschuwd?” lacht Dekker. “Jij had het over een klein relletje, Cees”, corrigeert Oranje hem. “Bij het Reformatorisch Dagblad, ja dat zei ik”, geeft Dekker toe. “Het is wel iets groter geworden.”
‘Onthutsend’, schreef het Reformatorisch Dagblad, ‘hoe de auteurs de Bijbelse scheppingsleer inruilen voor een visie die de seculiere evolutietheorie als uitgangspunt neemt’. Ook op de opiniepagina’s van het Nederlands Dagblad ontspon zich een levendige discussie tussen voor- en tegenstanders van een evolutionaire schepping. “Ik heb wel een stuk of dertig ingezonden stukken voorbij zien komen”, herinnert Dekker zich.
“Ik vond dat niet fijn”, zegt Oranje. “Het voelde haast als een coming-out. Ik ben erg van de goede verhoudingen, dus ik vind het heel vervelend dat mensen hierover vallen en je ineens beschouwen als een soort afvallige ofzo.”
Dekker: “Ik voer deze discussie al vijftien jaar, ook publiekelijk. Dus voor mij was het niet heel verrassend. Maar wel jammer, vooral omdat we dit met de beste bedoelingen geschreven hebben.”
Spagaat
Dekker en Oranje willen met het kinderboek het idee ondergraven dat er een conflict is tussen geloof en wetenschap. In zijn werk spreekt Dekker veel met studenten. “Christelijke studenten zitten in een soort spagaat. In de kerk hebben ze geleerd dat God de wereld in zes dagen geschapen heeft, maar als ze gaan studeren, leren ze over de oerknal en evolutie. Voor hen lijkt dat met elkaar in conflict te zijn omdat ze vaak niet eerder hebben gehoord dat je die werelden, geloof en wetenschap, met elkaar kunt verbinden.”
‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’ vult wat dat betreft een lacune. De auteurs beschrijven het als een boek waarin gelovig over God wordt gesproken. Tegelijkertijd geeft het kinderen een positief beeld van de wetenschap. “Dat het cool is, interessant en dat je er geweldige dingen uit kunt leren”, zegt Dekker. “Het is bedoeld als een bemoediging.” Oranje: “Ik ken geen ander kinderboek dat zo’n insteek heeft.”
De discussie over schepping en evolutie – die in het Darwinjaar, 2009, een laatste opleving kende – is met dit boek weer flink aangewakkerd. “Het nieuwe is nu natuurlijk dat het om een kinderboek gaat”, zegt Oranje. Dekker twijfelt: “Zou dat het zijn, dat het toegankelijker is?” Oranje: “Ik denk het wel Cees. Mensen die jouw boeken anders niet zouden lezen, doen dat nu wel en denken: o help! Bij jouw eerdere boeken vonden ze het hartstikke mooi dat je wetenschapper en christen bent, maar nu kom je wel heel dichtbij.”
Het andere eind
Dekker: “Eerder waren mensen het misschien in detail ook niet met me eens, maar verdedigde ik voor hun gevoel in ieder geval naar de buitenwereld dat er een God achter deze schepping zit. Terwijl ik, nu het een interne discussie wordt onder christenen over de vraag hoe God de wereld heeft geschapen, voor hen ineens aan het andere eind van het spectrum sta.”
Voor de presentatie van het boek was een symposium georganiseerd op de Evangelische Hogeschool (EH), een onderwijsinstelling in Amersfoort die in de jaren zeventig werd opgericht als tegengeluid voor het evolutionisme. Creationisten zagen nu ‘hun’ EH toegeven aan de evolutietheorie. Maar volgens directeur Els van Dijk hoeft men niet bang te zijn dat de EH opschuift in haar opvattingen. “Het is onze verantwoordelijkheid jongeren te confronteren met vragen die de wetenschap oproept, om ze vervolgens zo toe te rusten dat ze meer en meer onder de indruk raken van hun Schepper”, zei ze in het Reformatorisch Dagblad.
Onvrede
Toch werd bij de deur door een groep creationisten flyers en boekjes uitgedeeld om een tegengeluid te laten horen. Naderhand uitten zij hun onvrede over het gebrek aan aandacht voor hun standpunt. Dekker wijt dat aan een verkeerde verwachting van de avond: “We wilden het op dit symposium niet hebben over of God de wereld in zes dagen heeft geschapen, maar de vraag stellen: hoe communiceren wij met onze kinderen over de vragen rond schepping en evolutie?”
De auteurs erkennen dat het geloof in een evolutionaire schepping ook vragen oproept. “We hebben een aantal inzichten in het boek verwerkt, bijvoorbeeld over hoe je de Bijbel leest, wat we op kinderniveau uitleggen”, zegt Dekker.
“Maar het debat focust zich nu vooral op theologische vervolgvragen. Daar hebben wij deels wel een antwoord op, maar deels ook niet. Mijn expertise is de natuurwetenschap en vanuit die expertise kan ik wel wat zeggen over astronomie, of biologie. Maar die vragen, daar wil ik theologen over horen. Laten we hen dus vooral betrekken bij deze discussie.”
Uiteindelijk verwachten Dekker en Oranje dat hun boek een positieve uitwerking zal hebben in het debat. “Mensen gaan er toch weer over in gesprek”, zegt Oranje.
Dekker is iets terughoudender. “Ik vind het jammer dat de discussie zo polariserend gevoerd wordt. Ik hoop dat in het hart de twee partijen elkaar wel kunnen erkennen als christen, dat gebeurt niet altijd.”
Hij ziet wel een positieve ontwikkeling. “Sinds meer dan vijftien jaar zijn er prominente orthodoxe christenen, zoals N.T. Wright, Tim Keller en Andries Knevel, die erkennen dat God via evolutionaire processen heeft geschapen en dat we daarmee moeten dealen. Er is nu zeker meer openheid voor de mogelijkheid om én een evolutionaire schepping te accepteren én orthodox christen te zijn.”
Het boek
Als er een meteoriet inslaat in de fietsenstalling van Tycho’s school, komt zijn oom, professor Jeroen, in de klas vertellen over het heelal, dat miljarden jaren geleden is ontstaan door de oerknal. Maar niet alle ouders zijn het met professor Jeroen eens. Daarom komt een van hen uitleggen dat God de aarde in zes dagen geschapen heeft, zo’n 6000 jaar geleden. De kinderen snappen er niks meer van en beginnen aan een eigen zoektocht naar het ontstaan van de aarde en evolutie. Daarbij komt een dominee vertellen over hoe je de Bijbel kunt lezen en gaan ze op wetenschapskamp met bezoekjes aan hunebedden en Naturalis. Uiteindelijk stelt de dominee de klas gerust: je kunt heel goed geloven in God én de evolutie.
Eeuwige strijd tussen geloof en wetenschap
“Dit debat wordt al een eeuw in golven gevoerd onder christenen”, zegt Ab Flipse, wetenschapshistoricus aan de Vrije Universiteit. Vorig jaar promoveerde hij op de discussie over geloof en wetenschap in Nederland tussen 1880 en 1940.
Na de laatste discussiegolf in het Darwinjaar (2009) over schepping en evolutie, waarin onder anderen een paar EO-kopstukken openlijk afstand namen van het sterk anti-evolutionistische standpunt dat de EO bij haar oprichting innam, ziet hij weer een tegenbeweging opkomen. “Een groep die op een activistische manier iets tegenover de evolutietheorie wil stellen: creationisme.”
Volgens Flipse bestaat die groep bij deze laatste golf vooral uit reformatorischen en evangelischen. “Ze zien wel in dat ze niet alleen maar de wetenschap kunnen afwijzen. Door met een alternatief te komen, staan ze niet met lege handen.”
De creationisten zijn actief: in het Darwinjaar bezorgden ze bij alle Nederlandse huishoudens de folder ‘Wat geloof jij?’ in de brievenbus, ze richtten het tijdschrift Weet Magazine op en organiseren congressen.
Dat de discussie nu ook op kinderniveau gevoerd wordt, is volgens Flipse maar deels nieuw. “Het is lang een geleerdendiscussie geweest, dus dat christelijke kinderen nu over de evolutietheorie te horen krijgen, is nieuw.”
“Maar omgekeerd hebben creationisten zich altijd al op kinderen gericht met stripboekjes waarmee je op de zondagsschool of bijbelclub de evolutionisten een beetje belachelijk kon maken.”