Interview | Volgens deze vrouwen moet de overheid de wet aanpassen om huwelijkse gevangenschap aan te pakken
Dit artikel verscheen in Trouw op 20 maart 2018.
Noor Stevens zit vast in een religieus huwelijk. Ondanks hun burgerlijke scheiding vindt haar ex-man dat ze nog getrouwd zijn. Stevens leeft ondergedoken en vreest de dag dat hij haar vindt en voor haar neus staat. Er is een oplossing, zeggen Stevens en jurist Pauline Kruiniger: Nederland moet de wet aanpassen.
Gevangen in een religieus huwelijk
Wel vier of vijf mails per week krijgt Stevens van vrouwen die om informatie vragen of die zich zorgen maken over hun dochter, zus of vriendin die in een religieus huwelijk zit of er een wil aangaan. Als er weer wat meer media-aandacht is voor huwelijkse gevangenschap zijn het soms wel twintig mails per dag. “Er is geen plek waar mensen naartoe kunnen voor informatie. Vrouwen moeten weten waaraan ze beginnen”, zegt Stevens.
Stevens trouwde in Egypte met haar Egyptische man. Kort daarna gingen ze samen in Nederland wonen. Na drie jaar kreeg hij een Nederlands paspoort. “Op de ambassade, waar we ons huwelijk voor de Nederlandse wet lieten legaliseren, werd niets gezegd over de consequenties. Terwijl het niet zo moeilijk hoeft te zijn. Geef gewoon een brochure uit.”
Na een paar jaar in Nederland, gingen ze terug naar Egypte. Daar begonnen de problemen. Stevens moest zich aan de regels van zijn familie en zijn land houden. Haar man, met wie ze toen al zes jaar getrouwd was, hield haar een paar jaar gevangen in haar eigen huis, waar ze geestelijk en lichamelijk werd mishandeld. “Ik mocht met niemand contact hebben en nergens naartoe zonder zijn toestemming.”
Ook wel heel dom
Het lukte haar te vluchten en terug naar Nederland te gaan. In Nederland is ze van haar man gescheiden, maar in Egypte niet. “Er is in Egypte een fatwa over mij uitgesproken, omdat ik de familie tot schande heb gemaakt door zonder toestemming mijn man te verlaten”, zegt Stevens. Daarom woont ze al acht jaar op een onderduikadres. Haar ex-man heeft immers een Nederlands paspoort, dus hij kan zomaar voor haar neus staan. Dan moet ze vrezen voor haar leven.
Hulp is er nauwelijks. Bij zowel politie als hulpverlening stuitte Stevens op veel onbegrip. “Ik kreeg te horen dat ik ook wel heel dom was om met zo’n buitenlander te trouwen”, zegt ze. “Als ik naar de politie ga, zeggen ze: ‘Als hij voor uw deur staat en u voelt zich onveilig, belt u de wijkagent maar’.” Toch weerhoudt het haar niet om zich in het openbaar uit te spreken. “Mijn situatie is niet meer te veranderen. Maar ik kan wel al die andere slachtoffers een stem en gezicht geven.”
Want ook in Nederland zitten vrouwen letterlijk opgesloten omdat ze van hun man niet de straat op mogen. Er zijn genoeg vrouwen die zich schikken in hun lot omdat ze veel risico lopen als ze zich verzetten, weet Stevens. Ze worden bedreigd, lopen het risico van kinderontvoering of eerwraak. “Als een rechtszaak al een optie is, is dat proces psychisch loodzwaar. En duur.”
Verliefd en verblind
Vrouwen – en mannen, want ook zij kunnen slachtoffer zijn – die wel uit het huwelijk komen, zijn voor het leven getekend. “Bijna allemaal belanden ze in de psychosociale hulpverlening. Zelfmoord komt veel voor onder deze groep. Moet je nagaan wat de gevolgen voor de kinderen zijn.”
Een wet zou veel gevallen van huwelijkse gevangenschap kunnen voorkomen, schat Stevens in. Al was het maar vanwege de preventieve werking van zo’n wet en de bekendheid die het probleem zou krijgen. “Als men weet dat je in Nederland bij het beëindigen van je relatie of burgerlijk huwelijk ook het religieuze huwelijk moet ontbinden, zal dat vanzelfsprekender worden.”
Stevens is realistisch, huwelijkse gevangenschap helemaal voorkomen lukt nooit. “Er zullen altijd mensen zijn die verliefd worden en dan verblind raken.” Ze raadt interculturele huwelijken niet af. “Ik ben er zelf het product van, ik heb een Nederlandse moeder en een Indonesische vader. Het kan met respect voor elkaar, zoals bij mijn ouders. Maar zorg in ieder geval dat je goed bent geïnformeerd.”
Mensen die tegen hun wil vastzitten in een religieus huwelijk kunnen nu onvoldoende worden geholpen, zegt Pauline Kruiniger, jurist en onderzoeker aan de Universiteit van Maastricht. Ze deed twee jaar onderzoek naar de juridische middelen om huwelijkse gevangenschap te beëindigen. Haar pleidooi: pas de wet aan.
Wanneer hebben we het over huwelijkse gevangenschap?
“In mijn onderzoek gaat het om de situatie waarin een van beide partners niet uit het huwelijk kan, omdat de regels van de religie in de weg staan. Sommige religies kennen geen echtscheiding, zoals het rooms-katholicisme, in andere wordt echtscheiding sterk ontmoedigd of is het wel mogelijk, maar zijn er regels die medewerking van de partner vereisen. Als die weigert, kan het religieuze huwelijk niet ontbonden worden.
“Dit probleem komt overal voor; onder katholieken, protestanten, joden, hindoes, moslims en het zijn niet alleen vrouwen die erdoor geraakt worden. Ook mannen kunnen vastzitten in een religieus huwelijk.”
Wat voor gevolgen kan dat hebben?
“Allerlei gevolgen, sociaal, juridisch, financieel, praktisch, noem maar op. In veel gevallen spelen geweld en intimidatie een rol. Veel slachtoffers krijgen psychische problemen. In alle gemeenschappen kan de ene partner de ander blijven opeisen. In sommige culturen lopen vrouwen zelfs het gevaar om vermoord te worden als ze niet gehoorzamen, vanwege de eer van de man en familie.”
Dat is toch van een andere orde dan een gescheiden katholiek die niet meer ter communie mag of geen nieuw huwelijk in de kerk kan sluiten?
“In alle gevallen is de consequentie dat je tegen je wil vastzit aan dat religieuze huwelijk. Je hebt pragmatische katholieken die dat niet zoveel interesseert. Maar wie daar wel aan hecht, zit met een probleem. In sommige protestantse gemeenschappen word je verstoten als je gescheiden bent. Je kunt echt sociaal geïsoleerd raken. Dat moet je niet onderschatten.”
Wat is daaraan te doen?
“Nu kunnen gerechtelijke procedures pas worden ingezet wanneer iemand al in zo’n situatie zit, terwijl we die juist willen voorkomen. En de rechter kan alleen per individueel geval de partner die vasthoudt aan het huwelijk dwingen mee te werken aan ontbinding. De drempel om naar de rechter te stappen is sowieso al enorm omdat veel slachtoffers bang zijn dat de situatie daardoor explodeert. De veiligheid van henzelf en de kinderen staat voorop. Om die reden is er nog nooit een veroordeling voor huwelijksdwang geweest sinds dat in 2013 strafbaar is gesteld.”
Wat moet er veranderen aan de wet om dit te voorkomen?
“Mijn voorstel is dat het burgerlijk wetboek voorziet in de medewerking van beide partners aan de ontbinding van het religieuze huwelijk op verzoek van een van hen. Bijvoorbeeld door dat op te nemen in de bepalingen over huwelijk en echtscheiding. Zie het als zorgplicht die partners voor elkaar hebben in en na een huwelijk, dat het meewerken aan het ontbinden van het religieuze huwelijk er ook bijhoort.”
Waarom moet de overheid dit probleem aanpakken?
“Omdat ze de plicht heeft haar burgers te beschermen tegen de schending van het recht op zelfbeschikking of mensenrechten, zoals het recht om te trouwen met wie je wilt. De overheid heeft hier ook een belang. Het religieuze huwelijk mag in Nederland alleen gesloten worden na een burgerlijk huwelijk, het heeft geen bestaansrecht zonder. De staat regelt dat burgerlijk huwelijk én de echtscheiding met als doel dat mensen vrij zijn om nieuwe relaties aan te gaan. Je wilt dus niet hebben dat burgerlijk gescheiden mensen zich blijven gedragen als gehuwd vanwege een niet-ontbonden religieus huwelijk, dat gaat in tegen het doel van de burgerlijke echtscheiding.”
Hoe vaak komt dit voor in Nederland?
“Dat is moeilijk te zeggen omdat er een enorm taboe rust op het onderwerp. De schatting uit onderzoek is dat er in 2011 en 2012 in Nederland zo tussen de 450 en 1700 slachtoffers waren. Voor het overgrote deel vrouwen. Maar dat is nog maar het topje van de ijsberg.”