Interview | Sociale gerechtigheid is onlosmakelijk verbonden met het evangelie, zegt activiste en schrijfster Ann Voskamp
Dit interview verscheen in het Nederlands Dagblad op 29 december 2018.
Ann Voskamp: Dankbaar leven betekent alles wat God geeft aanvaarden en dat zien als genade.
Uit dankbaarheid radicaal leven
Het begon als een uitdaging van een vriendin: schrijf duizend dingen op waar je van houdt. Voor de Canadese schrijfster Ann Voskamp werd het een ommekeer in haar leven. De lijst leerde haar te leven uit dankbaarheid. En diezelfde dankbaarheid maakte van haar een activist.
Te midden van oorlogen, de vluchtelingencrisis en steeds heftiger gesprekken over racisme en seksisme, pleit Ann Voskamp voor solidariteit en gastvrijheid. Voor het verwelkomen van vluchtelingen, voor het gesprek aangaan over machtsmisbruik in de kerk, voor solidariteit met de immigrant en de gemarginaliseerden in de samenleving. Voor het doorbreken van de grenzen tussen ‘wij’ en ‘zij’. Want dat is wat Jezus deed, zegt ze.
De Canadese schrijfster die wereldberoemd werd met haar boeken Duizendmaal dank en Gebroken leven, beide New York Times-bestsellers, protesteerde bijvoorbeeld tegen het inreisverbod dat Trump begin 2017 instelde, waardoor vluchtelingen uit moslimlanden het land niet meer in konden. Tijdens een jaarlijkse ontmoeting tussen religieuze en politieke leiders in het Witte Huis, stond Voskamp buiten tussen de demonstranten.
Haar activisme staat op gespannen voet met het geloofslabel ‘evangelical’ waartoe Voskamp zichzelf rekent. Want in ieder geval in de Verenigde Staten liggen de zaken waar zij zich voor inzet doorgaans gevoelig bij precies die groep evangelische, veelal conservatieve christenen.
cadeautje om door te geven
Maar Voskamps activisme komt niet voort uit politieke ideologie, maar uit een theologie van dankbaarheid. Hoe ze die ontdekte, beschrijft ze in haar eerste boek. Het begon met de uitdaging van een vriendin een lijst te maken met duizend dingen waar ze van houdt. Die duizend dingen zijn eigenlijk manieren waarop God laat zien dat Hij van haar houdt, realiseerde ze zich. Cadeautjes van God, die bedoeld zijn om door te geven.
Dit najaar sprak Voskamp op de Justice Conference van Tear in Barneveld. Haar man, zoon van Nederlandse immigranten die in de jaren vijftig naar Canada kwamen, moest ze samen met hun zeven kinderen achterlaten op de boerderij op het platteland van Ontario. Het was oogsttijd, dus met ruim driehonderd hectare maïs en sojabonen en zo’n duizend biggetjes in de varkensschuur, kon hij niet gemist worden.
Na afloop van de conferentie vertelt ze in een zaaltje hoe haar leven veranderde toen ze ging leven uit dankbaarheid. ‘Dat houdt in: alles aanvaarden wat God geeft en dat zien als genade. Zoals Jezus deed tijdens het laatste avondmaal. Hij nam het brood, dankte ervoor, brak het en deelde het uit. Kan ik danken voor wat ik krijg, leven in gebrokenheid en leren uitdelen?’
pleinvrees
Het klinkt mooi, maar de praktijk kan weerbarstig zijn. Voskamp weet daar alles van. Haar jongste herinnering is het beeld van haar zusje, bloedend op het grind in de voortuin, gedood door een vrachtwagen. Ze groeide op met het idee dat iedereen van wie ze hield haar zomaar zou kunnen ontvallen. Op haar zevende had ze een maagzweer, in haar tienerjaren sneed ze zichzelf, op de universiteit werd ze gediagnosticeerd met pleinvrees. ‘Ik was een ongelooflijk angstig persoon. Door al die moeilijke dingen had ik vertrouwensproblemen met God.’
Hoe heeft dankbaarheid u daarbij geholpen?
‘De dankbaarheid verdreef de angst. Je kunt niet tegelijkertijd bang én dankbaar zijn. Ik realiseerde me dat door alle dingen op te schrijven waar ik dankbaar voor was, ik weer vertrouwen kon opbouwen. Die lijst zei: kijk hoe trouw God vandaag weer is geweest, kijk wat Hij je heeft gegeven vandaag. Dat hielp me om niet bang te zijn voor de toekomst. Want als God bij me was in het verleden, zou Hij ook bij me zijn in de toekomst.’
Hoe kun je een goede balans vinden tussen het ervaren en erkennen van verdriet en het focussen op dankbaarheid?
‘Als christenen doen we vaak óf het een, óf het ander. Maar zoals David in de Psalmen laat zien, mogen we weeklagen. Dat is iets anders dan klagen. Weeklagen zegt: dit is mijn gevoel en God is groot genoeg om het te dragen. Ik denk dat we als kerk moeten groeien in ons vermogen oprecht te weeklagen. Om lijden in de ogen te kijken, het te benoemen en tegelijkertijd te geloven in Gods goedheid. Dankbaarheid in lijden kan vaak overkomen als een soort extreem optimisme. Alsof je de pijn en het lijden in de wereld uit de weg gaat. Maar het is geen ontkenning van het lijden, het is geloven dat God nog steeds goed is, te midden van dat lijden. Door dank te zeggen en te geven vanuit mijn gebrokenheid kan ik zelf deel zijn van het antwoord op het lijden in deze wereld. Niet alleen wij vragen God waar Hij is in het lijden, Hij vraagt dat ook aan ons. We zijn vaak bang voor gebrokenheid, maar juist als we erin kunnen doordringen, kunnen we onderdeel worden van de genezing. Onze eigen pijn maakt ons vaak kortzichtig en bekrompen. We focussen alleen nog op onszelf. Maar ik denk dat juist door anderen in hun gebrokenheid te ontmoeten, de gebrokenheid in onszelf heelt. Dat heb ik in ieder geval zelf ervaren.’
Dankbaarheid heeft u een activist gemaakt, hebt u weleens gezegd. Hoe ging dat?
‘De activiste Gloria Steinem zei ooit: er is nog nooit iemand geradicaliseerd door dankbaarheid. Dat is het tegenovergestelde van mijn eigen verhaal. Want als je radicaal dankbaar bent, zul je tot het uiterste gaan om de zegening die jij ontvangen hebt met anderen te delen. Ik realiseerde me dat ik – wij allemaal in de eerste wereld – net als koningin Ester ben: geboren voor een tijd als deze. Om alles wat ik heb ontvangen door te geven aan de mensen buiten de poorten. Dankbaarheid maakte niet alleen korte metten met mijn angst, het was de katalysator om me bezig te houden met sociale gerechtigheid en een activist te worden. Want een geschenk is altijd bedoeld om weg te geven, dat vervalt niet als het eenmaal gegeven is.’
peuter op het strand
De eerste keer dat Voskamp zich publiekelijk uitsprak over de vluchtelingencrisis was toen ze schreef over de foto van het lichaampje van de Syrische peuter Aylan Kurdi, aangespoeld op het strand van Turkije. Zijn familie was onderweg naar Canada. Voskamp had net zelf een bezoek gebracht aan Bagdad, waar ze onder andere Jezidi-moeders had ontmoet van wie sommigen hun kinderen hadden moeten achterlaten op de vlucht voor ISIS.
Wat heeft dat met u gedaan?
‘Dat heeft heel diepe indruk op mij gemaakt. Toen ik thuis was, ben ik over de vluchtelingencrisis gaan schrijven – de ergste humanitaire crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. In eerste instantie reageerden Noord-Amerikaanse christenen heel ontvankelijk. Ik heb toen de stichting We Welcome Refugees mede-opgericht om de kerk te ondersteunen in het opvangen van mensen. Maar op een gegeven moment kwam er tegenstand en ging het debat over veiligheidskwesties. Mensen begonnen te vragen: zou jij “dat soort mensen” zelf ook aan tafel vragen? Toen hebben wij als gezin een jaar lang twee vluchtelingenfamilies ondersteund. Een Syrisch en een Afrikaans gezin. We hebben ze geholpen met huisvesting, taal, werk, scholing en inburgering in de Canadese maatschappij. Daarna kon ik vanuit eigen ervaring zeggen: ja, ik zou hen aan tafel vragen. En het mooie is dat wij zoveel meer van deze mensen hebben geleerd dan we ze ooit hebben kunnen geven.’
Het politieke klimaat in Noord-Amerika is nogal gepolariseerd. U rekent uzelf tot de evangelicals. Hoe verhoudt u zich tot die term, aangezien de zaken waar u zich over uitspreekt vaak meer worden gezien als ‘linkse kwesties’?
‘Als je in de Verenigde Staten jezelf identificeert als een bepaald type christen, identificeer je je ook met een bepaalde politieke partij. In Canada is dat heel anders, al denk ik wel dat in Canada veel evangelische christenen hetzelfde denken.
Wat je je zou moeten afvragen is: wat is de kracht van het evangelie? Hoe ziet een krachtige prolife ethiek eruit? Zijn we alleen anti-abortus of zijn we prolife van de baarmoeder tot het graf? Want dat heeft ook te maken met hoe we de immigranten, vluchtelingen en mensen in crisis behandelen. Als God rechtvaardig is, staat Hij voor gerechtigheid. Het is niet aan de ene kant het evangelie van de sociale gerechtigheid en aan de andere kant het evangelie van de evangelicals, nee, die dingen horen bij elkaar. In Matteüs 25 zegt Jezus: wat je aan een van deze onaanzienlijken hebt gegeven, heb je aan Mij gegeven. Dus een bijbels leven betekent gastvrijheid voor de kwetsbaren, zonder iets terug te verwachten. De uitdaging is niet te denken in termen van wij en zij, maar om in iedereen het beeld van God te zien. Als we dat niet kunnen, beschadigen we niet alleen elkaar, maar ontheiligen we ook het beeld van God.
Daarom geloof ik heilig in de kracht van verhalen. Een verhaal brengt een statistiek of een stereotype dichtbij waardoor je iemands gezicht ziet en daarin het beeld van God. Als we van veraf kijken, vergeten we dat we allemaal mensen zijn. We kunnen wel praten over gerechtigheid, maar dat blijft theoretisch tot we van dichtbij meemaken hoe anderen onrecht ervaren. En die nabijheid bant vijandigheid uit. Want als je eenmaal dichterbij komt, blijkt dat er niets is om bang voor te zijn. We zijn allemaal mensen, allemaal gebroken en we hebben allemaal genade nodig.’
Een andere kwestie van sociale gerechtigheid waar u zich mee bezig hebt gehouden is #MeToo, en vooral #ChurchToo. Wat zijn de problemen in de kerk op dat gebied?
‘In de gesprekken over #MeToo, ook in kerken, blijken machtsverschillen keer op keer diep problematisch te zijn. Daarom zou het goed zijn als we ons minder focussen op de vraag hoe leiderschap eruit moet zien, maar meer bezig gaan met wat dienstbaarheid inhoudt. Leiderschap is dienen, dat haalt de machtsprikkel eruit. Het is gezond dat dit gesprek nu ook in de kerk gaande is en dat we praten over hoe vrouwen kunnen opbloeien in de kerk, hoe ze grenzen kunnen stellen, nee kunnen zeggen en hoe mannen hun stemmen kunnen respecteren als mede-beelddragers van God.
Dat geldt niet alleen voor #MeToo, maar ook voor raciale, politieke en theologische kwesties. Het is zo belangrijk een luisterende houding aan te nemen en een dialoog te voeren vanuit wederzijds respect. Van daaruit kunnen we genezing vinden en uiteindelijk herstel en verzoening. Dat is een rommelig, pijnlijk proces en het gaat tijd kosten. Maar ik ben dankbaar voor zo veel mannelijke kerkleiders die bereid zijn te leren en luisteren, nederig met ons op te lopen, hun excuses aan te bieden en te werken aan verandering, zodat vrouwen kunnen opbloeien in een omgeving waar ze geen hulpmiddel zijn, maar een gelijke in Gods Koninkrijk.’