Interview | Hoe eerder je het dertigersdilemma voelt, hoe beter, zegt Nienke Wijnants

Dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad op 13 maart 2019.

 

Twintigers en dertigers moeten zichzelf vaker existentiële vragen stellen, zegt Nienke Wijnants.

 

Een dertigersdilemma is juist luxe

 

Hoe kan het dat twintigers en dertigers die hun leven ogenschijnlijk goed op orde hebben toch niet lijken te weten wat ze echt willen? Psycholoog en loopbaanadviseur Nienke Wijnants wil jonge mensen laten nadenken over de zin van het leven. Want als je weet waar je voor leeft, volgt de keuze voor de juiste baan of partner vanzelf, zegt ze.

 

Als Nienke Wijnants (1974) met twintigers en dertigers praat over het zogenaamde dertigersdilemma herkennen ze de symptomen allemaal: keuzestress, sociale vergelijking en het gevoel van ‘is dit nou alles?’ Maar praten over wat daaraan ten grondslag ligt, de zingevingsvraag, dat doen ze liever niet, is haar ervaring. Wijnants deed aan het begin van deze eeuw onderzoek naar het fenomeen. Vorige week verscheen een geheel vernieuwde uitgave van haar boek uit 2008 over de uitkomsten: Twintigerstwijfels en dertigersdilemma’s.

‘Twintigers en dertigers willen heel graag praktische tips over loopbaankeuzes, keuzestress, strategieën om goede keuzes te maken, kindervraagstukken … ze willen alles bespreken. Maar zodra ik over de existentiële vragen van het leven begin, rollen ze met hun ogen. Zo van, wie is dat mens? Oh ja, zij is oud’, lacht Wijnants.

En dat terwijl ze zichzelf een hoop leed kunnen besparen als ze die vraag wel goed adresseren, zegt ze. Want van alle dingen waar twintigers en dertigers tegenaan lopen, is de zingevingsvraag de grootste, bleek uit Wijnants’ onderzoek. Hoe meer haar proefpersonen met zin­gevingsvragen zaten, hoe meer last ze hadden van het dertigersdilemma.

 

keuzestress

Het dertigersdilemma, dat is hoe Wijnants de problemen van nieuwe generatie is gaan noemen. Mensen die pakweg tussen de 25 en 39 jaar zijn, lopen tegen andere dingen aan dan de generatie van hun ouders, de babyboomers. Ten eerste hebben ze veel meer te kiezen. Vroeger was het een raket of een softijsje, ­tegenwoordig zijn er honderden soorten ijs. Hetzelfde geldt voor televisieprogramma’s, ­opleidingen, vakantiebestemmingen, banen en eigenlijk alles in het leven.

Een keuze hebben is fijn, kwam uit onderzoek na onderzoek in de jaren negentig. ‘Als je mag kiezen, is dat altijd aantrekkelijker dan dat je voor een voldongen feit wordt gesteld’, zegt Wijnants. ‘Maar niemand hield rekening met het feit dat er misschien een maximum is aan het aantal opties dat mensen nog prettig vinden.’ Want wat blijkt: te veel opties hebben, is helemaal niet fijn. ‘De vrijheid zou positief moeten zijn, maar er is ook zoiets als te veel vrijheid. Niet iedereen heeft zo veel ruimte in zijn hoofd om iedere dag op alle gebieden van hun leven zo veel knopen door te hakken.’

Naast het hebben van te veel keuzes, hebben de twintigers en dertigers ook last van sociale vergelijking. Over het algemeen heeft de mens de neiging tot opwaarts vergelijken, zichzelf spiegelen aan iemand die iets goed voor elkaar heeft. Tot op zekere hoogte is dat alleen maar goed, zegt Wijnants. ‘Het kan je inspireren of je aansporen bepaalde ambities waar te maken.’

Maar het gevaar is dat je je gaat vergelijken met een onhaalbaar ideaal wat je bijvoorbeeld ergens online ziet. ‘Zulke vergelijkingen brengen een permanente staat van ontevredenheid over het eigen leven met zich mee. En wat we vaak vergeten, is dat we ons vergelijken met maar één aspect van het leven van een bepaalde persoon in plaats van met het totaalplaatje.’

 

zingeving

In de ruim tien jaar sinds Wijnants’ eerste boek over haar onderzoek in 2008 uitkwam, is gebleken dat het dertigersdilemma alleen maar in heftigheid is toegenomen. ‘Over de keuzestress zei men destijds: het kan best dat de generatie die nu al opgroeit met zo veel keuzes daar straks helemaal niet zoveel last van heeft. Maar vooralsnog lijkt het alleen maar erger te zijn geworden. Oefenen met meer keuzes helpt dus niet echt als het gaat om de grote keuzes in het leven. En bovendien zijn de opties explosief toegenomen.’

Nog een ontwikkeling die zich in de afgelopen tien jaar heeft voorgedaan, is de razendsnelle groei van sociale media. ‘Niemand had toen kunnen vermoeden dat er een medium zou zijn waar iedereen de hele dag op kijkt wat deze foodie aan het eten is en wat die hipstergoeroe aan het doen is. Die vergelijkingen zijn de meest heftige veroorzakers van onzekerheidsgevoelens en twijfels.’

De stabiele factor in het dertigersdilemma is de zingevingsvraag, zegt Wijnants. ‘In mijn onderzoek zag ik dat dat een voorspeller is voor alle andere symptomen. Als je erover nadenkt, is het een enorm open deur. Want als je op het hoogste niveau geen idee hebt waar je het voor doet, is het ook lastig daar een baan, partner of kind aan te plakken.’

 

poepluiers

De vragen waar twintigers en dertigers mee zitten, zijn eigenlijk dezelfde die we tot een tijdje geleden eigenlijk alleen zagen in de midlifecrisis onder veertigers en vijftigers. Er is een groot verschil tussen deze generatie en die voor hen, wat volgens Wijnants verklaart waarom die vragen tegenwoordig al veel eerder de kop opsteken. ‘Het beste medicijn tegen existentiële vragen, is kinderen. Niet omdat ze die vragen oplossen, maar omdat je tot je oksels in de poepluiers zit en de komende achttien jaar wel iets anders aan je hoofd hebt. Je brein is niet vrij om daarover na te denken’, zegt ze. De generatie die nu halverwege de twintig of in de dertig is, is de eerste generatie die op hun 25e onafhankelijk is van hun ouders, alles voor elkaar heeft en op weg is naar de top, maar nog geen kinderen heeft.

‘De generatie van mijn ouders was ook op weg naar de top, maar toen kwamen de kinderen. Die gingen op hun achttiende de deur uit, en dan kreeg de vrouw het emptynestsyndroom en de man de traditionele midlifecrisis’, vat Wijnants het samen.

Voor sommige veertigers en vijftigers was dat eigenlijk te laat, ze konden achterblijven met het gevoel van spijt omdat er zoveel keuzes voor hen gemaakt waren die niet voelden als hun eigen keuzes. De winst van het feit dat de nieuwe generatie vaak eerder al zo’n crisis ­beleeft, is dat je nog kunt bijsturen, zegt Wijnants. Want hoewel de verschijningsvorm van de problemen anders is, is de basis eronder volgens haar voor beide groepen de zingevingsvraag.

‘Bij de jongere generatie is de verschijningsvorm vaak heel praktisch. Dus mensen denken echt dat hun grootste vraag in het leven is: zal ik een bed and breakfast beginnen in Italië? Of moet ik door met deze partner? Of is het al te vroeg of te laat voor kinderen? Maar dat is de oorspronkelijke vraag niet. Ten diepste is de vraag: wie ben ik eigenlijk? Wat wil ik van mijn leven maken, welke kant moet het op? Als je daar over hebt nagedacht, volgt de keuze voor een baby, of Jan of Kees of Italië vanzelf.’

 

luxe

Dat die vragen tegenwoordig al eerder de kop opsteken, is dus eigenlijk een luxe, vindt Wijnants. Al betekent dat niet dat de jongere generatie het daardoor makkelijker heeft. Het werkende leven ziet er heel anders uit. En hoewel je vaak hoort dat de weinige zekerheden die millennials hebben op de arbeidsmarkt ze zwaar vallen, denkt Wijnants dat het eigenlijk om iets anders gaat. ‘Ik merk dat ze niet per se balen dat ze de zekerheid van vast werk missen, maar vooral van het feit dat de volgende stap, een eigen huis bijvoorbeeld, daardoor een lastig gegeven is.’

Het aantal twintigers en dertigers met een burn-out ligt hoger dan ooit en ook hoger dan in andere leeftijdsgroepen. Terwijl ze er qua gezondheid juist beter aan toe zouden moeten zijn. ‘En van de mensen die burn-out zijn, zegt maar een kwart dat dat geheel of gedeeltelijk aan hun werk ligt. Het leven in een veeleisende samenleving is al genoeg reden om burn-out te raken.’

Juist als je voor jezelf bedenkt waar je leven naartoe moet, kun je daar tegen ingaan, denkt Wijnants. ‘Dan kun je zeggen: misschien wil ik wel niet voldoen aan alle normen die toch onbewust gesteld worden. Zoals trouwen, kinderen krijgen en me kapot werken in een corporate baan. Misschien wil ik wel chimpansees gaan tellen in Tanzania. Denk er in ieder geval over na, want anders komen die vragen bij iedere grote levensgebeurtenis weer terug. Terwijl, als je er goed antwoord op geeft voor jezelf, je de crisis op latere leeftijd wellicht kunt vermijden.’

 

zo maak je de goede keuzes

Voer gesprekken met mensen die jou goed kennen, zowel zakelijk als privé. Vraag aan hen of ze vijf dingen kunnen noemen waar ze jou heel goed in vinden, en vijf dingen waar ze jou heel slecht in vinden. Je denkt dat je weet wat ze gaan zeggen, maar waarschijnlijk zullen ze je verrassen. Hun input kan je nieuwe inzichten over jezelf geven.

Een keuze maken is altijd beter dan eeuwig blijven twijfelen en niks doen, blijkt uit onderzoek. Laat je niet verlammen door ‘geanticipeerde spijt’, het gevoel van spijt vooraf omdat je zo veel opties hebt, dat je waarschijnlijk toch niet de goede keuze kunt maken. Kies, want zelfs van foute keuzes kun je veel leren.

Probeer te achterhalen op welke gebieden je een maximizer (iemand die altijd bezig is alle opties af te wegen om zo het allerbeste te kiezen) of een satisficer (iemand die weet waar hij of zij naar op zoek is en tevreden is met de eerste optie die hij/zij tegenkomt en aan de eisen voldoet) bent. Realiseer je dat de gemoedstoestand van satisficers vele malen beter is. Want maximizers maken misschien de goede keuzes, maar het levert ze heel veel stress op. Er is niets mis met jezelf beperkingen op te leggen als de wereld om je heen dat niet doet.

 

n.a.v. Twintigerstwijfels & dertigersdilemma’s. De belangrijkste loopbaan- en levensvragen van millennials, Nienke Wijnants. Uitg. Prometheus, Amsterdam 2019, 280 blz. € 19,99

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s