Achtergrond | Hoe zit het precies met de Open Doors-ranglijst van vervolgde christenen?

Dit artikel verscheen in het eerste nummer van De Nieuwe Koers van 2020.

De ranglijst christenvervolging van Open Doors is een onmisbaar instrument geworden om het leed van vervolgde christenen op de (politieke) agenda’s te krijgen en te houden. Maar hoe komt die lijst eigenlijk tot stand? Is de rangschikking fair? “Het blijft een statistische weergave van een complexe werkelijkheid.”

Is de Open Doors-ranglijst wel fair? ‘Natuurlijk is het een pr-tool’

Op het bureau van Open Doors-woordvoerder Klaas Muurling ligt een stapeltje papier. De hoekjes zijn omgebogen en er zitten gaatjes in van de punaises die ze nog niet lang geleden aan de muur geprikt hielden. Het zijn de ranglijsten christenvervolging van de afgelopen acht jaar. Ze moeten van de muur omdat het kantoorpand in Ermelo binnenkort rigoureus wordt verbouwd. En dus moet er worden opgeruimd.

Het is de dag na het uitkomen van die nieuwste editie en zowel in de hal van het Open Doors-gebouw als in Muurlings kantoor ligt het vol geprinte krantenpagina’s en geprinte online artikelen. Allemaal media die aandacht hebben besteed aan de nieuwe ranglijst. “Niet alleen christelijke media, ook de NOS en nu.nl hadden het op de site”, zegt Muurling trots.

Dit kantoor in Ermelo is waar jarenlang in het diepste geheim campers, caravans en auto’s werden omgebouwd om er bijbels mee naar Oost-Europa te kunnen smokkelen. De inmiddels 91-jarige oprichter van Open Doors, Anne – God’s smuggler – van der Bijl, begon in 1955 met het smokkelen van bijbels naar zijn ‘broeders en zusters’ achter het IJzeren Gordijn. Later breidde het werk zich uit naar Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Inmiddels is Open Doors een internationale organisatie met meer dan dertig kantoren en 1400 medewerkers. Ze werken in meer dan zestig landen waar christenen het zwaar hebben. Het grote publiek zal de organisatie vooral kennen van de jaarlijks uitgebrachte ranglijst christenvervolging.

Geweldsincidenten

Noord-Korea is al negentien jaar de onbetwiste nummer één op die lijst. Dit jaar is de tweede plek voor Afghanistan, op de voet gevolgd door Somalië. Dat christenen het in die landen niet makkelijk hebben, staat vast. Maar hoe wordt zo’n plek op de ranglijst eigenlijk bepaald?

Dat begint met een definitie. “Wij zeggen: christenvervolging, dat is elke vijandigheid ten opzichte van christenen om hun activiteiten en hun geloof”, zegt Muurling. Open Doors onderscheidt twee soorten vervolging: verstikken en verbrijzelen. De categorie verstikken gaat over vijf levensterreinen: de persoonlijke levenssfeer, familieverbanden, het gemeenschapsleven, de publieke ruimte en het kerkelijk leven. Geweldsincidenten vallen in de categorie verbrijzelen.

Op de papieren versie van de ranglijst staat naast de wereldkaart waarop de landen met kleurtjes aangegeven zijn beknopt uitgelegd hoe de score van een land tot stand komt. In elk van de zes categorieën kan een land 16,7 punten scoren, bij elkaar dus 100. Noord-Korea scoort 94, Afghanistan 93.

Per land wordt schematisch weergegeven hoe de score per categorie uitpakt. Dat nuanceert de situatie in een land enigszins. Irak (nummer 15) en Egypte (nummer 16) scoren bijvoorbeeld allebei 76 punten. De score van Irak in de eerste vier categorieën (privéleven, familieverband, gemeenschapsleven en publieke ruimte) telt als extreme vervolging en de vijfde (kerkelijk leven) als zeer zware vervolging. Egypte scoort op categorie 1, 2 en 4 ‘zeer zwaar’, op categorie 3 en 5 ‘zwaar’. Dat beide landen toch met dezelfde score eindigen, komt doordat de score voor geweldsincidenten in Egypte veel hoger ligt.

Andere minderheidsgroepen

Ook al wordt de lijst zorgvuldig en systematisch samengesteld, er zijn kanttekeningen te plaatsen, vinden verschillende experts die zich bezighouden met het onderwerp. Dat begint al bij de vraag hoe je christenvervolging definieert. “Maak je een verschil tussen constante vervolging door een meerderheid, of zijn er bepaalde groepen die zich op andere groepen richten?” zegt Nelly van Doorn, als bijzonder hoogleraar Vrijheid van religie of levensovertuiging verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Want als een minderheidsgroep zich tegen anderen keert, zijn christenen niet de enigen die onder vuur komen te liggen.”

Dat dat onderscheid niet duidelijk naar voren komt in de ranglijst zit ook Heleen Murre-van den Berg wat dwars. Zij is directeur van het Instituut voor Oosters Christendom en hoogleraar Mondiaal christendom aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Vervolging associeer ik echt met iets wat van staatswege gebeurt, zoals in Noord-Korea. In andere onderzoeken, zoals dat van onderzoeksbureau PEW (zie kader ‘Andere ranglijsten’, red.), wordt daarom onderscheid gemaakt tussen overheidsrestricties en sociale vijandigheden. Die sociale vijandigheden kunnen heel ernstig zijn, maar dan heb je het niet over systematische vervolging.”

De definitie van christenvervolging die Open Doors hanteert, geeft een interpretatie van de werkelijkheid, zegt Bernhard Reitsma, bijzonder hoogleraar Kerk in de context van de islam aan de VU. “Vervolging is een heel complex fenomeen, waarbij allerlei verschillende aspecten door elkaar lopen. Aan de vele kanten die eraan zitten, kun je in de uiteindelijke lijst maar beperkt aandacht besteden.”

Als voorbeeld noemt hij Irak, een land in chaos zonder goed werkende overheid. “Daar zijn allerlei groepen de dupe van, waaronder christenen. Dat komt deels door hun geloof, maar heeft ook te maken met etniciteit en geschiedenis. Kun je dan zeggen dat dat pure christenvervolging is?”

Als christenen het moeilijk hebben, is dat bijna nooit puur en alleen om hun geloof, stelt Reitsma, die tussen 2005 en 2009 directeur was van het studiecentrum van Open Doors. “Zelfs als gezegd wordt: we doen dit omdat je christen bent, spelen er bijna altijd andere motieven mee. De reden van vervolging kan versimpeld worden voor politieke doeleinden. Want zodra er macht in het spel is, zijn er allerlei belangen.”

De manier waarop de lijst in de media komt, doet niet altijd recht aan het instrument. Het blijft een statistische weergave van een complexe werkelijkheid

Wat betekent een plek op de ranglijst dan eigenlijk? Volgens Reitsma is de lijst vooral indicatief, een manier om in kaart te brengen waar iets aan de hand is. “Maar de complexiteit van incidenten en hoe je die moet duiden, kun je er niet uit aflezen. Daar is de lijst ook niet voor bedoeld.” Hoewel hij niet twijfelt aan de zorgvuldige opstelling van de lijst en de wetenschappelijke methodiek erachter, doet de manier waarop de lijst in de media komt niet altijd recht aan het instrument, stelt hij. “Het blijft een statistische weergave van een complexe werkelijkheid.”

Dit is een deel van het artikel. Lees de rest op de website van De Nieuwe Koers.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s