Achtergrond | Nu vrouwen eindelijk dominee mogen worden in de GKv, is het tijd voor excuses?
Dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad op 7 november 2020.
Zondag wordt de eerste vrouw als dominee bevestigd in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De openstelling van de ambten voor vrouwen zorgt voor verdeelde reacties. ‘Bezwaarden’ vragen zich af of ze nog wel in deze kerk kunnen blijven; andere kerkleden zijn er blij mee. Maar hoe zit het met de pijn van vrouwen die eerder zijn afgewezen? Sommigen moesten zelfs de kerk verlaten – een andere keus zagen ze niet – om hun roeping tot predikant te kunnen volgen. Nu dat ineens wel blijkt te kunnen, zijn excuses op hun plaats?
‘Elke vrouw die kerk verliet, was ook een kerkscheuring’
Bettelies Westerbeek groeide op in de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt (GKv) in Hardenberg. Ze was er thuis en had interesse in theologie. Ze stelde veel vragen, maar de standaardantwoorden die erop kwamen, bevredigden haar niet. Er moeten ook andere antwoorden mogelijk zijn, dacht ze. Bijvoorbeeld over de plek van de vrouw in de kerk, een onderwerp waarover bij haar thuis vaak gesproken werd.
Westerbeek begon aan een studie theologie om zelf op onderzoek uit te gaan. Daar ontdekte ze dat haar geloof en nieuwsgierigheid samen konden gaan. Langzamerhand ontstond het verlangen om de rijkdom die ze daarin vond, met meer mensen te delen. Maar een vrouwelijke predikant, dat was niet mogelijk in ‘haar’ kerk. En dus zat er in 2006 voor haar besef uiteindelijk niets anders op dan de overstap naar de PKN te maken om haar roeping te volgen.
van het avondmaal afgehouden
‘Mijn ervaring is dat je je in de GKv uiteindelijk moest vormen naar het collectief. Als je ergens anders over dacht, moest je dat aanpassen, of vertrekken. Dat schuurde voor mij met het idee van hoe het lichaam van Christus zou moeten zijn. Het feit dat ik mijn gemeenschap moest verlaten, heeft me veel pijn gedaan. Ik hield van die plek en ik mis hem tot op de dag van vandaag.’ Wat misschien wel het meest steekt, is dat het gesprek hierover zelfs niet mogelijk was. ‘Het was alsof ze me niet eens zouden missen, omdat ik als vrouw toch geen rol zou kunnen spelen in de kerk.’
Toen Westerbeek eenmaal aan haar predikantsmaster begon en bezig was de overstap naar de PKN te maken, werd ze om die redenen in haar thuisgemeente van het avondmaal afgehouden. Dat de ouderling opbiechtte dat zelf ook lastig te vinden, maakt het voor haar niet draaglijker. ‘Daarmee nam hij geen verantwoordelijkheid voor de beslissing die genomen was, waardoor mijn emoties buitenspel werden gezet. Want op wie kon ik dan boos worden? Er werd mij daarmee gezegd dat ik buiten de gemeenschap van de heiligen stond. Ik denk niet dat mensen de impact daarvan doorhadden. Het ging niet meer over de menselijke relatie, maar over de regels.’
Het belang van het collectief, boven de pijn van het individu – voor Westerbeek was dat de typisch vrijgemaakte benadering. ‘Ze wilden natuurlijk geen kerkscheuring. Maar elke keer dat een vrouw de kerk verliet omdat er voor haar geen plek was, was dat óók een kerkscheuring. Daar ging de kerk kapot.’
Het is onrecht geweest, theologisch onderbouwd en in stand gehouden, zegt Westerbeek. ‘Natuurlijk bestaat er zoiets als voortschrijdend inzicht, maar dan moet je ook de moed hebben om dat te erkennen en stil te staan bij de pijn die er is aangedaan. Het zou de kerk sieren als ze daar aandacht aan zou besteden. Nu wordt er eigenlijk gezegd: stel je niet zo aan.’ Westerbeek, nu predikant in een pioniersgemeente in Den Haag, zou daarom wel behoefte hebben aan excuses.
Dat geldt ook voor Petra Zweers, die dat idee deze zomer opperde in een opiniestuk in deze krant. Voor Zweers kwam dat na het nieuws dat Almatine Leene een beroep had gekregen uit de GKv in Hattem en daarmee de eerste vrouwelijke vrijgemaakte dominee zou worden. Natuurlijk was Zweers blij, maar ze had er ook een ander gevoel bij.
Als jonge vrouw had zij altijd te horen gekregen dat mannen en vrouwen verschillende rollen hadden, thuis en in de kerk. Als zij daarover in discussie ging, voelde ze zich weggezet als iemand die niet goed geloofde. Ze moest maar eens goed haar huiswerk doen en haar Bijbel lezen om te zien hoe het werkelijk zat.
Dat was inmiddels dertig jaar geleden en Zweers was geen lid meer van de GKv. Maar dat er na die ommezwaai over het vrouwenstandpunt met geen woord gerept werd over de pijn die haar en zo veel andere vrouwen is aangedaan door die houding, vond ze kwalijk. Het zou haar veel doen, besefte ze op dat moment, als de kerk dat zou erkennen door excuses te maken.
Excuses zijn een te zwaar middel, zegt Sibilla Verhagen, ex-vrijgemaakt en nu predikant in de PKN in Alkmaar. Zij maakte in 2009 de overstap. Zonder strijd, want het was duidelijk dat ze geen predikant zou kunnen worden in haar eigen vrijgemaakte gemeente. Dat betekent niet dat het haar niet zwaar viel. ‘Ik had er verdriet van dat ik mijn thuis achterliet. En hoe vriendelijk men was in de PKN, je hebt niet zomaar een nieuw thuis en dat voelde eenzaam.’
Wel vindt ze het een fout spoor dat de ambten zo lang gesloten zijn gehouden. ‘Daarmee is een hele groep weggeschreven: zij hadden die gave van de Geest niet. Er is onrecht gedaan. Maar excuses zijn lastig, omdat het standpunt nu is dat beide opvattingen mogen.’
Zelf heeft ze geen behoefte aan excuses, maar zou ze een gebaar wel mooi vinden. ‘Mijn keuze werd niet veroordeeld, er was begrip voor. Toch zou ik het fijn vinden eens in mijn oude gemeente te worden uitgenodigd om voor te gaan.’
niet te veel achterom kijken
Met excuses focus je te veel op het verleden, vindt Elly Urban, sinds 2016 PKN-predikant in Zwolle. Zij was indertijd betrokken bij de in 2014 opgerichte werkgroep ‘Man, vrouw en kerk’ en schreef met een aantal andere vrouwen een brief aan de synode. ‘Een algemeen excuus van ‘de GKv’, daar zie ik niet wat in’, zegt Urban. ‘Aan wie zouden die gericht moeten zijn? Er zit een oordeel in: wie heeft er iets fout gedaan? Ik zou liever focussen op: hoe nu verder.’
Het zou wel goed zijn, vindt ze, als de GKv actief het gesprek opzoekt met vrouwen die zich tweederangs kerklid gevoeld hebben – net als met de mensen die moeite hebben met de nieuwste besluiten. ‘De sleutel is een manier te zoeken om elkaar in het oog te blijven houden. Dat er oog is voor de pijn en schade die er is, door dat een plek te geven, maar vooral door te zoeken naar hoe de GKv op een inclusieve manier kerk kan zijn.’
Jolien Leeffers werd in 2017 bevestigd als predikant in de PKN-gemeente in Weert. Voor die tijd organiseerde ze in de GKv gespreksgroepen, was lid van de klankbordgroep van de synode en werkte mee aan een video over de vrouw in het ambt. Ze kan zich een voorval in haar gemeente nog goed herinneren. Met een groep catechisanten had ze een preek voorbereid voor een jeugddienst omdat de dominee ziek was. Het verzoek om de tekst zelf te mogen voorlezen, moest eerst door de kerkenraad en leverde zoveel trammelant op, dat haar zoon zei: ‘Mam, zal ik ’m anders voorlezen?’
‘Dat zelfs mijn zoon doorhad dat het vastzat op het enkele feit dat ik een vrouw ben, vond ik pijnlijk. Uiteindelijk kwam de toestemming er. Na de dienst kwam een kerkenraadslid naar me toe en zei: ‘Het was toch echt een preek.’’
Toch hoeven excuses van haar niet. ‘Het is gebeurd en het heeft mij gevormd. Mensen wisten toen niet beter, mijzelf incluis. Theologie studeren was toen ik jong was geen optie, want ik kon toch geen dominee worden, dat dacht ik zelf ook.’
primeur
Almatine Leene is de vrouw die nu de geschiedenisboeken in gaat als eerste vrouwelijke vrijgemaakte dominee. Zondag wordt ze bevestigd in Hattem. Ze is net weer naar Nederland verhuisd uit Zuid-Afrika, waar ze predikant was van de Nederduits Gereformeerde kerk in Stellenbosch.
‘Dit is een bevestiging van mijn roeping en dat betekent veel voor mij’, zegt ze. ‘Maar ik denk dat het goed is dat het gesprek wordt gezocht met de vrouwen die zich gedwongen voelden naar een andere kerk te gaan. Een excuus aanbieden daarbij is nooit verkeerd, denk ik.’
Zelf is ze altijd gastlid gebleven in de GKv en heeft ze zich vanuit Zuid-Afrika met de discussie bemoeid. ‘Dat maakt mijn situatie uniek. Doordat ik in het buitenland mij wel gekend voelde in mijn roeping, had ik de kracht het gesprek in Nederland aan te gaan.’ Leene vindt dat de kerk vaak te moeilijk doet over excuses. ‘Want ook al handelde je naar eer en geweten, je maakte nog steeds fouten. Je kunt niet zeggen: we hebben nu een nieuw besluit en daarmee is het klaar. Ik vind dat de kerk moet beseffen dat het onderdeel is van ons DNA dat we opstaan tegen onrecht, en dat we beseffen dat wij als gereformeerde christenen zelf hebben bijgedragen aan onrecht. We belijden iedere zondag schuld in de kerk, waarom kan dat niet eens hardop en explicieter?’
Ze gaat nog een stapje verder. Zelf heeft ze ook excuses te maken. ‘Ik heb weleens gezegd dat vertrekken naar een andere kerk de makkelijke optie was. Maar dat is helemaal niet zo. Ik had makkelijk praten, ik zat in het buitenland. Dit zijn heel dappere vrouwen geweest. Daarvoor wil ik mijn excuses aanbieden.’ Er zijn ook mannen die excuus verdienen, vindt ze. Zoals dominee Henk Folkers, die het onderwerp ter sprake bracht, waarop hem vriendelijk verzocht werd dat niet meer te doen, omdat er anders consequenties zouden volgen.
Dat er met excuses te veel op het verleden zou worden gefocust, vindt Bettelies Westerbeek een valse tegenstelling. ‘Je kijkt altijd vanuit het verleden naar de toekomst. Ik denk dat het goed is om stil te staan bij de pijn en waardoor die veroorzaakt is. Want die pijn is er nu nog. De doelstelling moet herstel zijn, want dat is er nu niet. Herstel opent de weg naar de toekomst.’