Achtergrond | Hoe het kabinet duikt en draait in het Moria-dossier
Dit artikel verscheen in nummer 5 van 2021 van De Nieuwe Koers
De belofte honderd kwetsbare vluchtelingen uit het afgebrande Moria op het Griekse eiland Lesbos op te nemen is negen maanden na dato nog altijd niet ingelost door het kabinet. Verantwoordelijk staatssecretaris Broekers-Knol heeft haar beleid daarentegen herhaaldelijk met onjuiste of onvolledige informatie verdedigd. De situatie op Lesbos is ondertussen, ook in het nieuwe kamp, even schrijnend als voor de brand.
Hoe Broekers-Knol duikt en draait in het Moria-dossier
Meer dan zevenduizend mensen leven op de landtong aan de oostkust van Lesbos. Moria 2.0, zoals het nieuwe vluchtelingenkamp wordt genoemd, wordt begrensd door dubbele hekken; wie naar binnen wil moet twee controleposten passeren. De inwoners mogen drie uur per week naar buiten. Mavrovouni, de officiële naam van het kamp, werd afgelopen najaar als tijdelijk onderkomen uit de grond gestampt op een voormalig militair schietterrein nadat het vluchtelingenkamp Moria, een paar kilometer landinwaarts, nagenoeg volledig verwoest was door meerdere branden, vermoedelijk aangestoken door de bewoners zelf. Wekenlang sliepen complete families op straat zonder toilet, zonder douche, zonder enige beschutting. De Griekse autoriteiten focussen vooral op de verbeteringen die er in de leefomstandigheden van de bewoners zijn gekomen sinds ze het kamp betrokken, maar volgens hulporganisaties en bewoners is het er nog slechter leven dan in het oude Moria – dat al niet goed te boek stond.
Begin mei kwamen er nog zo’n 450 inwoners bij door de sluiting van het nabijgelegen kamp Kara Tepe, dat bekendstond als een humaan kamp. In Kara Tepe woonden de meest kwetsbare vluchtelingen: zwangere vrouwen, alleenstaande moeders, ouderen, mensen met ernstige psychische problemen en mensen met een beperking. Ngo’s die op het eiland werken, stellen dat er geen voorbereidingen waren getroffen in Mavrovouni om deze kwetsbare mensen op te vangen. Renée van Hoof, veldcoördinator bij Stichting Bootvluchteling, beaamt dat. “Het is hier niet berekend op rolstoelgebruikers. Voor al die mensen met een beperking zijn momenteel slechts twaalf aangepaste toiletten beschikbaar.” Artsen zonder Grenzen berichtte over een zwangere vrouw met vier kleine kinderen die in een enorme tent vol alleenstaande mannen werd geplaatst. Ook krijgen ze veel berichten binnen over verkrachtingen. De meeste vrouwen durven niet alleen naar het toilet, vooral niet ’s nachts. Afgelopen winter was het kamp nog niet berekend op de regen en de kou; de tenten overstroomden en het was er niet warm te krijgen. De elektrische kachels waren afhankelijk van het onstabiele elektriciteitsnetwerk.
Te hoge eisen
In Nederland is een groot aantal mensen al lange tijd bezig de overheid zover te krijgen om mensen uit de kampen in Griekenland op te vangen. Dat gaat vooralsnog extreem moeizaam. Ondanks petities en de bereidheid van ruim 180 gemeenten om in totaal vijfhonderd kinderen uit de kampen op te vangen, geeft Ankie Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet toe. Het opvangen van kinderen zou geen structurele oplossing bieden en er zelfs voor kunnen zorgen dat wanhopige mensen hun kinderen vooruitsturen op een gevaarlijke reis naar Europa in de hoop later zelf na te kunnen reizen. Broekers-Knol wil wel geld geven aan Griekenland om de problemen daar op te lossen. In mei vorig jaar maakte ze 3,5 miljoen euro vrij om op het Griekse vasteland opvanglocaties te realiseren voor alleenstaande kinderen waar ze hun asielprocedure kunnen afwachten. Deze 48 plekken zouden in drie jaar tijd vijfhonderd kinderen onderdak moeten bieden. Hiervoor werkt ze samen met een Nederlandse organisatie die geen ervaring heeft met de opvang van deze kinderen, die ‘amv’s’ worden genoemd, alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
Na de branden in Moria in september werd de druk groter en zegde de staatssecretaris toe om honderd kwetsbare vluchtelingen uit het afgebrande Moria op te vangen in Nederland. Dit aantal kwam in mindering op het hervestigingsquotum van de Verenigde Naties. Dat er per saldo niet meer vluchtelingen naar Nederland komen, was een harde eis van de VVD. Daarnaast was het de bedoeling dat de helft van deze mensen kinderen zouden zijn die alleen in de kampen zaten, maar Broekers-Knol stelde zulke hoge eisen dat er slechts twee kinderen gevonden werden die daaraan voldeden. Ze wilde enkel meisjes van onder de veertien jaar en uit ‘kansrijke landen’. Er was al bekend dat 93 procent van de alleenstaande kinderen boven de veertien is, en 92 procent jongetjes, waarvan het merendeel uit Afghanistan. In Nederland krijgt ongeveer 35 procent van de Afghanen asiel, dat is niet kansrijk genoeg. Toen de geselecteerde mensen eenmaal allemaal in Nederland waren aangekomen, bleek dat niet een van hen in Moria woonde ten tijde van de brand, zoals Broekers-Knol de Kamer beloofd had. Zelf omschrijft ze de uitruil van mensen als de ‘maximale inspanning’ naar aanleiding van ‘de humanitaire noodsituatie als gevolg van de branden in Moria’.
Dit is een deel van het artikel. Lees het volledige artikel hier.